“Bewustmaking belangrijker dan camera’s en badges”

Alles wat u altijd al had willen weten, maar nooit durfde te vragen over het efficiënt beveiligen van uw zaak… u verneemt het hierna. Over doordacht werken met camera’s en alarmen, het al dan niet aanhouden en fouilleren van verdachte klanten én over de verantwoordelijkheid van uzelf en uw personeel op het vlak van criminaliteitspreventie staken we ons licht op bij zelfstandig veiligheidsadviseur Annemie De Boye van Modus Operandi.

De in veiligheidsadvies gespecialiseerde onderneming Modus Operandi ging de voorbije jaren grondig na hoe onder meer kledingzaken en ziekenhuizen diefstal en inbraak proberen te voorkomen. Die analyses brachten een aantal tekortkomingen én positieve elementen aan het licht die ook door KMO’s–winkels én productieondernemingen ter harte kunnen worden genomen. Met volgende aanbevelingen bent u al een stuk beter gewapend tegen mensen met slechte bedoelingen.

Hou uw bedrijfsomgeving overzichtelijk
Een ordelijk en overzichtelijk bedrijfsterrein vergemakkelijkt ui-teraard de controle op wat er zich net buiten uw zaak afspeelt. Is de verlichting op de parking toereikend, zonder té energieverslindend te zijn? Ook de in- en uitgang(en) voor klanten, personeel en leveranciers moet(en) duidelijk zichtbaar blijven. Permanente nachtverlichting kan met een schermerschakelaar of een tijdsklok automatisch worden ontstoken en gedoofd. Of installeer detectoren die de verlichting doen aanspringen als iemand het gebouw nadert. Laat de beplanting niet té welig tieren, je weet maar nooit wat er zoal ruist in het (vaak te hoog opgeschoten) struikgewas of wie zich daarin verschuilt. Teveel verborgen hoeken en kanten vanwege bijvoorbeeld containers of plantenbakken kunnen mensen met minder goeie bedoelingen in de verleiding brengen u met een onaangenaam bezoek te verrassen. Kunt u van binnenuit de hele parking in de gaten houden? En ook van buitenaf moet zichtbaar zijn wat er binnen gebeurt.

Vermijd te veel toegangen
Sommige ondernemingen houden haast permanent ‘open deur’. Door de vele toegangen zijn ze als gaatjeskaas. Een open sfeer lijkt commercieel interessant, maar is ook een vrijgeleide voor malafide individuen. Meerdere in- en uitgangen zijn vaak overbodig, en soms volstaat één in- en uitgang wel. Dat is veel beter controleerbaar. Leve-ranciers en vertegenwoordigers hoeven trouwens niet te pas en te onpas binnen en buiten te wandelen. Laat ook niet alle deuren voortdurend openstaan. Plaats eventueel klaphekken of draaideuren (‘tourniquets)’ aan de ingang en detectiepoorten aan de uitgang.
Denk al vóór de bouw of verbouwing van het pand na over de veiligheid. Zo kunnen marmeren vloeren of trappen heel mooi en zinvol zijn, maar uw zaak inbraakvrij houden is zeker even belangrijk. Compartimentering –het afbakenen van aparte zones voor bijvoorbeeld klanten en leveranciers- heeft voor- en nadelen. Niet alle ruimtes hoeven toegankelijk te zijn voor klanten. Gescheiden circuits zijn overzichtelijk, maar er is minder sociale controle.

Vergrendel ramen en deuren
Ook al zijn ‘toegangscontrolesystemen’ met chips en magneetkaarten vandaag voor veel bedrijven een must, elementaire ‘bouwtechnische’ maatregelen blijven even noodzakelijk. Een stevig slot op de toegangsdeur en een grendel op alle andere deuren en ramen bewijzen zeker hun nut. Voorzie alle voor mogelijke inbrekers bereikbare ramen en deuren van inbraakvertragend hang- en sluitwerk en breng tralies of rolluiken aan bij beglazing. De kwaliteit van deuren en ramen vermindert met de ouderdom. Als de cilinders van een cilinder-slot te ver (meer dan 2 millimeter) uitsteken, raakt een dief moeiteloos binnen. Voor ramen vormen zogenaamde paddenstoelnokken een ideaal sluitsysteem. Ook keldergaten en koepels zijn kwetsbare plekken, beveilig ze!
Stel een sleutelbeheerplan op en zorg ervoor dat de sleutels niet te lang onbeheerd achterblijven of in het bezit zijn van te veel verschil-lende mensen. Duid iemand aan voor het sluiten van de zaak en de regelmatige controle van hang- en sluitwerk bij het verlaten van het bedrijf.

Maak uw medewerkers bewust
Soms bekommert het personeel van onder meer winkels en toonzalen zich ternauwernood om verdacht gedrag of laat het waardevolle en andere voorwerpen onbeheerd rondslingeren. Toch is, als het op het voorkomen van diefstal en inbraak aankomt, bewustmaking van uw medewerkers belangrijker dan camera’s en toegangsbadges. Ze moeten weten welk gedrag er van hen verwacht wordt. Nonchalance is uit den boze, verantwoordelijkheidszin en discipline zijn vereist. Maak duidelijke afspraken over hoe incidenten moeten worden gemeld, hoe op problemen moet worden gereageerd en wat iedereen te doen staat bij diefstal, inbraak of overval. Goede begeleiding en opleiding zijn nodig. En zorg, door bijvoorbeeld de lunchpauzes te spreiden, op elk tijdstip voor voldoende toezicht.
Nee, de onthaalbediende hoeft niet iederéén in de zaak binnen te laten. Als het even kan, begroét u zelf of een medewerker de klant best als die binnenkomt. Dat is én commercieel en preventief verantwoord, want vriendelijk en niet opdringerig. Regelmatig oogcontact met alle klanten is belangrijk. Uw personeel mag anderen geen informatie bezorgen over kasgeld of over de getroffen veiligheidsmaatregelen. En ‘s avonds en ’s nachts de zaak overal keurig afsluiten, ook dàt komt uiteraard de veiligheid ten goede.

Let op verdacht gedrag
Alert en bij de pinken zijn is de boodschap. Zo kan iemand die in uw zaak rondhangt zonder duidelijk aankoopmotief een teken aan de wand zijn. En als een bezoeker aan u of uw medewerker(s) weinig re-levante vragen stelt, heeft die misschien minder nobele bedoelingen. Sommige dieven springen creatief om met draagtassen: met twee papieren zakken in elkaar en daartussen een laag zilverpapier plus de buit raken ze vlot door de scanner. Neemt er iemand foto’s van uw uitstalraam, informeer dan waaróm hij/zij dat doet. En wees op uw hoede als er een onbekende constant toertjes met de wagen rond uw zaak maakt. Ook de bezoeker die zijn gezicht doelbewust blijft ver-bergen, kan iets in het schild voeren.
In een kledingzaak zijn paskamers ‘gevoelige plekken’. Controleer daar hoeveel artikelen worden meegenomen en teruggebracht. Ook de kassa is uiteraard cruciaal, in elk bedrijf. Laat die nooit onbeheerd achter, sluit de lade na elke verrichting en zorg dat er niet te veel geld in huis is. Rekeningen en inhoud van de kassa moeten nà slui-tingstijd geteld worden, liever niet tijdens of net ervóór. Installeer de kassa zo dat er een goed overzicht is op de winkelruimte. En stel kleine en dure artikelen in de buurt van de kassa op.

Aanhouden’ màg, fouilleren niét
Een verdachte aan de kassa vragen de inhoud van zijn/haar tas te tonen, dat màg. Maar zélf de tas doorzoeken is verboden. En ook fouilleren mag helemaal niet. Elke burger mag iemand ‘staande houden’ als er met zekerheid een ‘ernstig misdrijf’ is gebeurd, dus énkel bij een betrapping op heterdaad. Vage vermoedens tellen niet. Maar u moet de dader meteen aangeven bij de politie en u mag zeker geen geweld gebruiken, tenzij eventueel om u te verdedigen en dan nog ‘met evenredige middelen’. Benader de verdachte rustig, zakelijk en niet agressief en hou voldoende afstand. En loods hem/haar naar een aparte ruimte, buiten het zicht van uw klanten. Zelf mag u de ver-dachte niét naar het politiekantoor brengen en u kunt hem in principe ook niet dwingen in de zaak te blijven tot de politie komt.
Het ophangen van foto’s van winkeldieven is een schending van de privacy, omdat iedereen onschuldig is tot het tegendeel wordt bewe-zen. UNIZO ijvert wel voor de oprichting van een databank waarop ondernemers binnen een beperkte kring het signalement van daders kunnen verspreiden. 

Elektronisch alarm op professionele leest
Elektronische en andere alarmsystemen hélpen, maar vertrouw niet blindelings op de techniek. Zoniet word u gemakzuchtig, verslapt uw aandacht en glipt er misschien toch een dief door de mazen van het net. Elektronische beveiliging houdt criminelen niet tegen, maar kan wel ontradend werken. Wie een elektronisch alarmsysteem installeert, moet zich volgens de wet van 19 juni 2002 aan enkele regels houden. Zo moet het systeem worden geplaatst of gekeurd door een erkend installateur. Bied u binnen de vijf dagen na installatie met uw gebruikersboekje aan bij de gemeentepolitie en geef de naam en coordinaten op van één voor het alarm bevoegd contactpersoon. Ver-geet niet een contract voor verplicht jaarlijks onderhoud af te sluiten en leg het gebruikersboekje in de buurt van de centrale eenheid van het alarmsysteem.
Ga samen met uw verzekeraar na of u wel in orde bent met de voor-waarden van zijn maatschappij om in aanmerking te komen voor risicodekking. Aansluiting van het systeem op een alarmcentrale hoéft niet per se, maar biedt voordelen, want de centrale waakt constant, verwittigt een aantal mensen en onderscheidt echt van vals alarm.

Glimlach, u wordt gefilmd!
Steeds meer ondernemers nemen hun toevlucht tot camera- of videobewaking. Geen geringe investering, maar als de installatie degelijk is en oordeelkundig geplaatst kan ze op termijn renderen. De wet op de privacy schrijft voor dat alle mensen die zouden kunnen gefilmd worden, moeten ingelicht worden. Informeer uw bezoekers/klanten dus met een duidelijk leesbaar geafficheerd bericht, geïllustreerd met het logo van de camera of een pictogram. De gefilmde persoon heeft altijd het recht de opgeslagen beelden te bekijken. Wie met een gesloten televisiecircuit (CCTV) wil werken, moet een aanvraag tot registratie richten aan de Commissie ter Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer bij de federale overheidsdienst Justitie, mail: commission@privacy.fgov.be. Voorts moeten werkgevers die camera’s willen installeren, daarvoor de toestemming hebben van hun werknemers.
U mag de bewakingscamera’s alvast niét richten op ruimtes die u zelf niet beheert (bijvoorbeeld een woning aan de overkant van de straat of een winkel van de buren). Verder mogen dergelijke camera’s niet in pashokjes of toiletten. Breng uw klanten ervan op de hoogte dat er camerabewaking is door alvast één camera goed zichtbaar aan te brengen. Plaats de camera bij voorkeur op ooghoogte. Een camera heeft het meeste nut bij de kassa en aan de in- en uitgang van uw zaak. Zorg voor constante en correcte belichting van het gekozen beeld. En als de videoband voldoende opslagcapaciteit heeft, zal hij beslist van pas komen als u met een inbreker of overvaller te maken krijgt.

Met dank aan Annemie De Boye van Modus Operandi, www.modusoperandi.be. We raadpleegden ook de gids ‘Veilig zelfstandig ondernemen’ van de federale overheidsdienst Binnenlandse Zaken en het Vast Secretariaat voor het Preventiebeleid, www.vps.fgov.be

Wouter Vloebergh

 uit Z.O.magazine nr. 3 van 25/08/2006